In hoeverre zijn de ideeën van de verschillende politieke partijen van invloed op het klimaatbeleid van Nederland?

We onderzoeken dit bij de VVD (die het liberalisme aanhangt) en de ChristenUnie (die het christelijk-socialisme aanhangt). We denken dat de ideeën van de VVD sowieso veel invloed hebben op de klimaatagenda, aangezien ze de meeste zetels hebben in de Tweede Kamer en ze gewoon simpelweg de meest leidende partij in Nederland zijn. Als we gaan inzoomen op de ideeën van de VVD dan zouden die minder sterk ervoor zorgen dat het klimaat verbetert en zouden dus een vrij negatieve invloed hebben op de klimaatagenda. De VVD is een rechtse partij die eigenlijk erg gebaseerd is op de groei van de economie. Ze vinden het verbeteren van de economie belangrijker dan het verbeteren van het klimaat. Bovendien staat er in het verkiezingsprogramma letterlijk beschreven dat de VVD niets wilt doen aan de verbetering van het klimaat, tenzij er internationale afspraken over zijn. De ideeën zullen volgens ons niet het klimaat verbeteren. Misschien wel verslechteren door het stimuleren van de economie in Nederland. We denken dus dat de ideeën van de VVD wel invloed hebben op de klimaatagenda, maar niet in positieve zin. We denken dat de ChristenUnie minder invloed heeft op de klimaatagenda dan de VVD, aangezien ze minder zetels hebben. We denken dat de ChristenUnie qua klimaat meegaat met linkse partijen als GroenLinks, PvdD en SP. Ze hebben in tegenstelling tot de VVD scherpe doelstellingen gesteld die ze in één generatie willen realiseren. Voorbeelden hiervan zijn auto’s zonder uitstoot en schone energie die de plek inneemt van olie, gas en kolen. Ook geloven ze in een schone en circulaire economie, die niet alleen een beter klimaat oplevert voor de volgende generaties, maar ook een sterkere economie. De ChristenUnie benadert het klimaatprobleem ook vanuit de godsdienst. Ze zeggen dat het alle leven Gods gift is en dat daar zorgvuldig mee moet worden omgegaan.

 

In hoeverre dragen de belangengroepen bij aan het verbeteren van het klimaat?

We onderzoeken dit bij de belangengroepen Urgenda en Milieudefensie. We denken dat de belangengroepen, Urgenda en Milieudefensie, zeker van invloed zijn op de verbetering van het klimaat. Door campagne te voeren en acties te houden maken zij burgers ervan bewust dat er een probleem is. Zo kunnen zij de burgers tot actie aanzetten. Milieuorganisaties kunnen ook grote bedrijven en overheden tot actie aanzetten. Urgenda werkt samen met overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en particulieren om Nederland sneller duurzaam te maken. Door met zoveel mogelijk verschillende groepen samen te werken, kan Urgenda van grote invloed zijn op het verbeteren van het klimaat. Milieudefensie richt zich vooral op het besef geven van wat de gevolgen wereldwijd kunnen zijn voor mens en milieu als we zo door gaan met de productie. Ook probeert Milieudefensie zo veel mogelijk mensen te werven om te helpen, daarom richten zij veel aandacht op het informeren van burgers. Door kennis bij te brengen krijgen mensen de mogelijkheid om een goed geïnformeerde mening te vormen, die zij verder kunnen vertellen. Ook kunnen de mensen er dan voor kiezen om vanuit zichzelf klimaatverandering aan te pakken. De overeenkomst tussen de belangengroepen is, dat ze allebei op een verschillende manier klimaatverandering aan willen pakken en ook willen ze allebei dat we in de toekomst duurzamer gaan leven. Urgenda richt zich op grotere groepen en Milieudefensie richt zich net als Urgenda ook op grote groepen, maar benaderen de mensen op een andere manier. Wij denken dat ze beide van grote invloed op het verbeteren van het klimaat kunnen zijn.

 

In hoeverre worden de burgers beïnvloed door de aanpak van de klimaatverandering in Nederland?

Wij denken dat een deel wél wordt beïnvloed en een ander deel niet. Sommigen zijn heel erg bezig met het proberen te verbeteren van het klimaat door bijvoorbeeld het rijden van elektrische auto’s, het niet kopen van plastic tasjes of het niet eten van vlees. Anderen houden zich totaal niet bezig hiermee en moeten er ook zeker niet aan denken om hun gewoontes aan te passen. We kunnen natuurlijk de term ‘burgers’ in verschillende groepen indelen. We denken dat er sowieso een verschil is tussen de mannen en de vrouwen qua beïnvloeding door de aanpak van de klimaatverandering in Nederland. En dan hebben we daarnaast nog verschil in leeftijd, opleidingsniveau en politieke voorkeur. We denken dat vrouwen zich meer laten beïnvloeden. Vrouwen zijn gevoeliger voor het onderwerp en vinden het belangrijk dat het milieu wordt verbeterd. Mannen zullen zich minder hiermee bezighouden en willen gewoon hun stukje vlees eten en met een hoge snelheid over de snelweg scheuren. We denken dat de leeftijdscategorie 12-18 zich nog niet volledig bewust is van hoe het milieu werkt en hoe ze zouden kunnen helpen met eventuele verbeteringen. Enkele gevallen zullen het horen van hun ouders en misschien hierdoor hun leefpatroon aanpassen. Dan denken we ook nog dat verschil in opleiding uitmaakt. We denken dat een Vwo’er zich eerder bewust is van het probleem en er ook daadwerkelijk wat aan wilt gaan doen dan iemand van het VMBO.

 

Op welke manier beïnvloedt de visie van deze direct betrokkene de politieke ideeën voor het verbeteren van het klimaat.

Wij denken dat onze deskundige, Ekko van Ierland, op verschillende manieren van invloed is op de politieke ideeën. Zijn informatie over klimaatverandering kan op verschillende manieren bij de politiek belanden: ten eerste is hij een hoogleraar op de universiteit van Wageningen. Dit betekent dat hij zijn kennis, ideeën en bevindingen overdraagt op zijn studenten. Met de informatie die zij van hem ontvangen, kunnen zij een standpunt vormen dat zij ook weer doorvertellen aan anderen. Ook heeft Van Ierland een bijdrage aan verschillende publicaties geleverd. Er zijn veel, waarschijnlijk hoogopgeleide, mensen die deze publicaties lezen. De hoogopgeleide, en hoogstwaarschijnlijk hooggeplaatste mensen, die zijn publicaties lezen staan dichter bij de politiek. Zo krijgen zij de informatie ook door. Ook is het mogelijk dat zijn lezers de informatie, en hun standpunt daarover, aan hun omgeving vertellen. Hierdoor wordt het probleem veel besproken. Als er over een onderwerp veel gesproken wordt, gaat de politiek zich er ook mee bezig houden. Kortom: de kans is erg groot dat zijn ideeën van invloed kunnen zijn op de politieke ideeën over klimaatverandering.