Basisvragen:

1. Welke opleiding(en) heeft u gevolgd?
   Ik heb aan de UVA de opleidingen macro-economie en monetaire economie gevolg en in het laatste jaar van mijn studie ook nog milieukunde.
2. Hoe lang bent u al werkzaam op de Universiteit van Wageningen?
   Ik ben sinds 1983 werkzaam op de Universiteit van Wageningen.
3. Wat was uw motivatie om hoogleraar te worden?
   Ik wil de studenten opleiden om samen te werken in onderzoeken naar duurzaamheid.

 

Interviewvragen:

1. Wat hoopt u over te brengen met uw lezingen en artikelen?
   Ik hoop duidelijk te maken dat we over moeten naar een kringloopeconomie waarin duurzaamheid een grote rol speelt. De markteconomie waarin we nu leven werkt namelijk niet.
2. Wat is de gemiddelde leeftijd van uw studenten?
   De meeste studenten die beginnen op de Universiteit van Wageningen zijn 18 jaar, en verblijven hier 5 jaar. De gemiddelde leeftijd is dus tussen de 18 en 23 jaar.
3. Wat voor invloed denkt/hoopt u dat uw artikelen en lezingen hebben?
   Ik hoop dat de kennis die ik overdraag de studenten op den duur voortzetten. Ik hoop dat zij dan bijvoorbeeld ook leraar of onderzoeker worden en met hun kennis het klimaat een beetje beter maken.
4. Met welke politieke partij/stroming bent u het eens over hun aanpak tegen de klimaatverandering?
   Ik hoorde rond 1980 voor het eerst van klimaatverandering. Sinds dien hebben veel mensen hard moeten werken om dit probleem op de politieke agenda te krijgen. Tegenwoordig besteed bijna elke politieke partij wel aandacht aan het klimaatprobleem.
   Ik ben het het meest eens met de sociaaldemocraten, en dan vooral de groene partijen.
5. Hoe zou u Nederland/ de wereld over een paar jaar het liefst willen zien?
   Ik hoop dat we de transitie naar groene energie verder doorzetten. Ik hoop dat we in een kringloopeconomie leven en dat er producten ontworpen worden die recyclebaar zijn.
6.  Hoe ziet u het klimaat van Nederland over een paar jaar als wij er niks aan doen?
   Als wij niks aan de klimaatverandering doen, zullen wij in grote problemen raken. Er zal meer dan 2° Celsius bij de pre-industriële temperatuur komen. Hierdoor zullen er grote problemen ontstaan in de landbouw, zullen er veel bosbranden ontstaan en zullen de permafrostgebieden smelten, waardoor er nog meer broeikasgassen vrij zullen komen. Ook zal de zeespiegel stijgen, waardoor de kustgebieden onbewoonbaar zullen worden. Het klimaat zal instabiel worden.
7. Wat zou u graag willen veranderen aan de aanpak van Nederland tegen de klimaatverandering?
   We doen al best veel, maar we zouden nog meer kunnen verbeteren. We zouden meer groene energie gebruiken, in plaats van energie vanuit fossiele brandstoffen. Ook zouden we meer druk op Europa uit kunnen voeren om het afgesproken klimaatbeleid strenger te maken. Het klimaatakkoord van Parijs was een goed begin, maar er zijn nog onvoldoende afspraken gemaakt.
8. In hoeverre is uw visie haalbaar en wat vergt dat van de burgers?
   Ik denk dat mijn visie best haalbaar is. We boeken nu al veel vooruitgang: we maken veel gebruik van het OV, de fiets en elektrische voertuigen. De ingrediënten zijn er, nu moeten de burgers er nog meer gebruik van maken.