Artikel burgers

Om de deelvraag, in hoeverre de burgers worden beïnvloed door de aanpak van de klimaatverandering in Nederland, te beantwoorden hebben wij een enquête uitgezet (zie bijlage). In totaal waren er 67 respondenten.

Op de vraag, in hoeverre de respondenten zich bewust waren van het probleem omtrent klimaatverandering, beantwoorden 41,8% van de respondenten zich zelfs erg bewust te zijn van deze situatie. 38,8% hoort vaak iets over klimaatverandering en 14,9% hoort soms iets over het probleem. 4,5% van de respondenten hebben nog nooit over het probleem gehoord. Concluderend blijkt dat het grootste deel van de respondenten in ieder geval wel eens iets heeft gehoord over het probleem omtrent klimaatverandering.

Hierna werd er gevraagd of de respondenten weten wat er gedaan kan worden om het klimaat te verbeteren. Hieruit bleek dat 40,3% weet wat er gedaan kan worden, 55,2% weet een klein beetje wat er gedaan kan worden en 4,5% weet helemaal niet wat er gedaan kan worden om het klimaat te verbeteren. Deze 4,5% bleek dezelfde 4,5% als bij de vorige vraag te zijn.

Als we kijken naar het percentage van de mannen en vrouwen die dingen doen met de intentie om het milieu te verbeteren, dan zien we dat afgerond 68% van de vrouwen dit doet en van de mannen ook afgerond 68%. Dit komt niet overeen met onze hypothese, aangezien wij dachten dat vrouwen overduidelijk meer dingen zouden doen met de intentie om het milieu te verbeteren. Het blijkt dus dat dit gewoon gelijk aan elkaar is. Het is overigens wel goed om te weten dat het grootste deel (ongeveer 70%) van de burgers dingen doen met de intentie om het milieu te verbeteren. Qua opleidingsniveau valt er ook iets op. Er is een hoger percentage respondenten die vwo doen/hebben gedaan of aan de universiteit studeren/hebben gestudeerd die niks doet met de intentie om het milieu te verbeteren dan het percentage respondenten die vmbo of mbo doen/hebben gedaan. Dit komt ook niet overeen met onze hypothese. Wij dachten juist dat burgers met een hoger opleidingsniveau zich bewuster van de situatie omtrent de klimaatverandering zouden zijn en hier ook meer aan zouden doen.

Bij de vraag, in hoeverre de burgers bekend zijn met de aanpak van de klimaatverandering door de overheid, gaf 47,8% het antwoord dat ze wel weten dat de overheid iets wilt veranderen. 11,9% weet helemaal niks over de aanpak. Dit zijn 8 personen. Wat opvalt is dat slechts 2 van deze 8 personen vrouwen zijn en er dus 6 mannen zijn die dit antwoord gaven. De meeste antwoorden op de enquête kwamen van de vrouwen (45 van de 67) en daarom is dit behoorlijk merkwaardig.

                                                                                                                                                                               

In het dagelijks leven worden er maatregelen genomen om het klimaat te verbeteren, zoals een prijs zetten op plastic tasjes of ze te vervangen voor papieren tasjes. Uit de enquête blijkt dat 53,7% merkt dat deze maatregelen worden genomen en 46,3% merkt dit niet. Wat heel erg opvalt is dat die 46,3% die het niet merkt dat er maatregelen worden genomen voor ongeveer 90% bestaat uit respondenten die tussen de 12 en 18 jaar oud of ouder dan 65 jaar zijn. Hier is een verklaring voor te geven. De meeste en bekendste maatregelen die genomen worden, zijn meer heffingen op benzine of, zoals eerdergenoemd, het betalen voor plastic tasjes. Als iemand tussen de 12 en 18 jaar oud is, mag diegene nog niet rijden. Hierdoor vallen de maatregelen met betrekking tot de heffingen op benzine al weg bij deze leeftijdscategorie. Deze persoon doet waarschijnlijk ook geen heel grote boodschappen dus is een plastic tasje ook onnodig. Iemand die ouder is dan 65 jaar zou bijvoorbeeld niet meer fit genoeg kunnen zijn om bijvoorbeeld te rijden en/of boodschappen te doen.

Als gevolg op de vorige vraag wilden we weten wat de burgers vinden van de maatregelen die worden genomen die invloed kunnen hebben op zijn/haar gewoontes. We zien dat 52,2% hier totaal geen problemen mee heeft, 29,9% vindt het zelfs erg goed en wilt hier graag aan meewerken, een kleine 4,5% vindt het erg vervelend dat deze maatregelen worden genomen en de overige 13,4% merkt eigenlijk niks van deze maatregelen. Dit voldoet aan onze verwachtingen en waarschijnlijk ook aan die van vele andere burgers uit Nederland. In dit geval gaat het om rekening houden met anderen, omdat we onze wereld/leefomgeving schoon en zuiver moeten houden voor onze nabestaanden zodat zij net zo goed kunnen leven als wij, een aantal respondenten geeft dit ook als antwoord. Het rekening houden met anderen behoort tot een van de basiswaarden van de Nederlandse burgers, dus zijn deze percentages volgens ons vrij representatief voor de gehele Nederlandse cultuur en maatschappij: veel die het niet erg vinden dat er maatregelen worden genomen en hier graag aan meewerken en een aantal die (waarschijnlijk) toch een beetje lak hebben aan anderen, de maatregelen dus erg vervelend vinden en er dus liever niet aan mee zouden willen werken.

Bij de vraag, hoe vaak de respondenten spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s over de verslechtering van het klimaat zien, hebben we gebruik gemaakt van de vijfpuntschaal. Het overgrote deel heeft een score van 2 (29,9%) of 3 (28,4%) ingevuld. Bij 0 ziet de respondent dit nooit en bij 5 heel vaak. Dit betekent dat het grootste deel van de respondenten regelmatig spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s ziet. 11,9% ziet dit nooit en 16,4% bijna nooit. Als we dan kijken naar degenen die tot deze 11,9% en 16,4% behoren, is het heel lastig om daar een bepaald soort groep uit te halen; geslacht, leeftijd en opleidingsniveau is namelijk erg verdeeld bij deze respondenten. Zo is de ene een vrouw tussen de 41 en 64 jaar oud die mbo heeft gedaan, en de ander een man tussen de 19 en 25 jaar oud die (waarschijnlijk nog) studeert aan de universiteit. Ditzelfde is het geval bij de respondenten die heel vaak spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s over de verslechtering van het klimaat zien.

Hierna werd er in de enquête gevraagd, in hoeverre deze spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s de manier van denken van de respondenten aanpast met betrekking tot het veranderen van het klimaat. Uit het analyseschema kunnen we verschillende conclusies trekken. De respondenten die bij de vraag, hoe vaak ze op een schaal van vijf spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s over de verslechtering van het klimaat zien een score van 3, 4 of 5 hebben ingevuld, vormen het grootste deel van de respondenten die meenden dat deze spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s veel tot zeer veel hun manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat aantast. Wat opvalt is dat het grootste deel hiervan mannen is. Dit is niet wat we verwacht hadden. We dachten dat vrouwen gevoeliger waren voor de klimaatverandering en de spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s en daardoor dus hun manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat meer zou aantasten dan bij mannen. Dit blijkt niet het geval te zijn. De meeste respondenten die een score van 1 of 2 hebben ingevuld, menen dat hun manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat een beetje/weinig wordt aangetast door de spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s. Voor de rest is er een aantal respondenten die een score van 1, 2 of 3 hebben ingevuld die menen dat hun manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat niet wordt aangetast door de spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s. De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat, hoe meer de burgers spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s over de verslechtering van het klimaat zien, hoe meer de burgers bewust van het probleem worden en hun manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat ook wordt aangetast.

De resultaten hebben we geanalyseerd met behulp van twee kernconcepten: macht en conflict. Het kernconcept macht is het vermogen om voldoende hulpbronnen te mobiliseren om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten. Het kernconcept conflict is een situatie waarin individuen, groepen en/of staten methodes hanteren, doelstellingen nastreven of waarden aanhangen, die daadwerkelijk of in hun perceptie, strijdig zijn en daardoor met elkaar in botsing komen.  

De klimaatverandering is een groot probleem. Uit onze analyses halen we dat veel mensen zich hier ook van bewust zijn. Het blijkt dat veel burgers uit zichzelf al dingen doen met de intentie om een steentje bij te dragen aan het verbeteren van het klimaat. Dit kunnen we koppelen aan het kernconcept conflict, omdat er een bepaalde situatie is (de klimaatverandering) die aangepakt moet worden. Hierbij worden bepaalde methodes gehanteerd en waarden aangehangen om in dit geval doelstellingen na te streven.                De overheid neemt maatregelen om ook te proberen het klimaat te verbeteren en in ieder geval om het klimaat niet te verslechteren. Een groot deel van de burgers merkt iets van deze maatregelen, maar ook een groot deel eigenlijk niet. Nu is dit niet zo erg, want hierdoor zullen deze burgers waarschijnlijk onbewust meewerken aan dit proces. Dit kan ook weer gekoppeld worden aan het kernconcept conflict, omdat er ook hier bepaalde methodes worden gehanteerd om doelstellingen na te streven. Naast het kernconcept conflict, kan dit ook gekoppeld worden aan macht. De overheid heeft het vermogen om maatregelen te nemen. Met deze maatregelen willen ze bepaalde doelstellingen bereiken (net als bij het kernconcept conflict) en eigenlijk de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken.                                                                                                            Naast de maatregelen doet de overheid ook aan allerlei spotjes, documentaires, reclames en andere soort tv-programma’s over de verslechtering van het klimaat om hiermee de burgers een besef te geven van het probleem. Veel van deze burgers zien deze spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s. Dit kan ook gekoppeld worden aan het kernconcept macht, omdat de overheid ook hier het vermogen heeft om deze spotjes, documentaires, reclames en andere soort tv-programma’s uit te zenden. Hiermee wilt de overheid een bepaalde doelstelling bereiken zoals het zodanig aantasten van de manier van denken van de burgers, zodat ze milieubewuster worden.                    Uit de analyses blijkt dat de manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat wel degelijk wordt aangepast. Bij de een wat meer dan bij de ander. De gegevens tonen aan dat hoe meer burgers de spotjes, documentaires, reclames en/of andere soort tv-programma’s over de verslechtering van het klimaat zien, hoe meer hun manier van denken met betrekking tot het veranderen van het klimaat wordt aangetast. We hebben ook gezocht naar verschillen per categorie. Zo blijkt uit de analyses dat er eigenlijk (bijna) geen verschil is tussen mannen en vrouwen als het gaat om beïnvloeding door de aanpak van de klimaatverandering. Tussen opleidingsniveaus zijn er eigenlijk ook amper verschillen. Alleen omtrent de leeftijd van de burgers zijn er duidelijke verschillen; burgers tussen de 12 en 18 jaar of ouder dan 65 jaar oud zijn zich minder bewust van het probleem en zijn ook minder goed beïnvloedbaar door de huidige aanpak van de klimaatverandering in Nederland.         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                                                                        

Maak jouw eigen website met JouwWeb